7 gedichten bij het tapijt 'Verweven'

zeven gedichten van Dieuwke Parlevliet bij

VERWEVEN

het wandtapijt dat Janpeter Muilwijk maakte in Celleno (I) voor de Nieuwe Kerk in Middelburg

de schepping

wanneer aan het einde der tijden hemel en aarde
gemaakt zullen zijn volmaakt kunnen zijn
de dag de dag mag wezen en de nacht nacht
dan gaan onze knieën open
naakt als we zijn weerloos
van aangezicht tot aangezicht

biloba biloba zingen de lijsters
een raaf houdt met granaatappels de wereld
buiten het paradijs waar we zes dagen vrijen

je zoenen zijn zoeter dan honing

onder de vijgenboom vrijen we
in het gras waar de perzik voelt
als de bolling van je billen zacht

mijn liefste goddelijk is dit

o wat smaak je zoet rode kersen
en kijk de olijven zitten vol vette olie
die zal prikkelen op mijn tong

strak gespannen je huid je spieren zo goed

en op de zevende dag zullen we rusten bij de
volmaakte schoonheid van de kersenbloesem

zoeken naar asiel

als roodkapje met haar mandje
gaat ze haar onschuld verliezen
zoals de vrouw die haar eerste kind baart
zal er voor hem plaats zijn in de herberg van de wereld?
en zij wikkelde hem in doeken en legde hem in een kribbe
en de wereld heeft hem niet gekend
de wolf heeft zich in de golven verborgen
zoals de wolven dat vaker plachten te doen
de raaf geeft steentjes aan klein duimpje
om de weg straks weer terug te kunnen vinden

suja nanne poppe

ik ben nog nooit zo blij geweest
als toen ik een kind kreeg
en het kind ruikt zo heerlijk
en mijn borsten stromen over
kom en laaf je

broeders hoeder

de strijd is verweven van betekenis
Met wie heeft Jacob gevochten
die nacht aan de Jabbok?
met wie vecht jij? ben je het zelf?
is het je broeder? je zuster? je hoeder?
en met wie zou je moeten vechten?
wat dient er weerstaan te worden?
mag het ook met bijten en krabben?
en wie begint te zegenen?

de dood
streng en bitter de dood
nooit meer horen, niet meer zien, altijd zwijgen
de tere nestharen van net na de zoveelste chemokuur
waar ik voorzichtig over aai
stof tot stof
pijn het doet zo'n pijn
het afgesneden zijn
en de jongen is opstandig jong

de heer is mijn herder
is hij de herder
ben ik de leraar
ben ik de moeder
is hij de vader
is hij de poort
loop ik het pad
op witte voetjes
maar wie kijkt mij hier recht aan?
hij kent ze allemaal bij naam
en hij zwaait naar mij
hij ziet me staan

het gewone leven
wie knielt brengt vrucht voort
het kruis schemert door zijn borst
durf om te leven
de kinderen durven wel
ze maken plannen voor hun nieuwste spel
er is een zware mand vol druiven
en een zwaluw maakt zomer
de herder tikt steels even op zijn voorhoofd
zijn ze hier gek geworden?
ja, mijn naam is Maria ik groet de engelen
en de stigmata dragen vrucht
er is brood en er komt wijn van
ze spelen hier heilig eucharistie
geschonken en gebroken wordt
lechajim de durf om te leven
duizend malen alle eeuwen
tot de duif van honderd pond
vrede aanzegt en de kostbare woorden
onder ons brengt: het gewone leven

Zierikzee, februari 2012